De vereniging
Artikelen
Aquarium beginnen
Vissoorten
Planten
De vijver
aanleg
zuurstofplanten
moerasplanten
vijverleven
waterkevers
libellen
slakken
kikkers
voortplanting
dieren
karper
luchtpost
veiligheid
winter
             

 Allerlei soorten libellen

In een kleine vijver van slechts enkele vierkante meters kunnen zich al libellen voortplanten. Het Lantaarntje zal er zeker bijhoren, dit is de algemeenste libel van Nederland. In het vroege voorjaar kunt u worden verrast door de aanwezigheid van de rood gekleurde Vuurjuffer. Later in het jaar kunt u ook de blauw gekleurde Azuurwaterjuffer of variabele Waterjuffer aantreffen. Af en toe in de zomer zijn sommige planten in onze vijver rood of blauw gekleurd door alle libellen die erop zitten. Van de grotere libellen kunt u, zeker in wat grotere vijvers de Blauwe glazenmaker en de Oeverlibel verwachten. Voor al de grotere soorten zijn erg mooi, het zijn net fel gekleurde kolibries, die de tuin opsieren. Het is van belang dat de tuin enigszins open is. De meeste libellen houden namelijk van zon en water in de buurt.

Als u libellenlarven wilt uitzetten in de vijver, moet u rekening houden met het feit dat de larven rovers zijn. Maar waarom vangen, de libel weet de weg naar een gezonde vijver snel genoeg te vinden. Zij leven van kleine insecten in het water en op de bodem. Als er verder nog niet veel leven in uw vijver is, zullen de libellenlarven een langzame dood sterven. Of ze  gaan elkaar telijf, kannibalisme is hun niet onbekend. Ook kunnen larven van de Blauwe glazenmaker grote hoeveelheden kikkervisjes opeten.  Daarom is het van belang dat de kikkervisjes kunnen schuilen tussen waterplanten, waar ze minder belaagd kunnen worden door hun vijanden. Dat kikkervisjes worden opgegeten lijkt misschien heel dramatisch, maar de natuur is nu eenmaal zo. De ene soort eet de andere op. Libellenlarven helpen zo te voorkomen dat het al te druk wordt in de vijver. Naast kikkervisjes staan nog een heleboel andere soorten op het menu: watervlooien, kleine visjes en zeer kleine eencellige waterorganismen. Indien de rovende larven niet in de tuinvijver zitten wordt u overspoeld met kikkers en salamanders. In de vijver zijn de dieren leuk, maar in de keuken wordt het wat minder. Libellenlarven hebben onder de kop een opmerkelijk vangmasker. Met een snelle beweging wordt dit uitgeklapt en wordt de prooi gevangen, naar de mond gebracht en opgegeten.

De levenscyclus van een libel

Libellen hebben een onvolledige gedaanteverwisseling, het popstadium wordt overgeslagen. Wanneer de libellen het water uitkruipen, is het een fascinerend schouwspel hoe de vleugels in het zonnetje gedroogd worden. Een kokerjuffer die uit de koker kruipt levert eveneens een uurtje kijkplezier. Wanneer het mannetje en het vrouwtje gepaard hebben, gaat het vrouwtje op zoek naar geschikte plaatsen om de eitjes af te zetten. Soms wordt het vrouwtje daarbij begeleid door het mannetje. Het mannetje doet dit niet om het vrouwtje te helpen. Hij wil op deze manier voorkomen dat het vrouwtje met een ander paart, waarbij het sperma van het eerste mannetje verloren gaat. In de natuur is het voor dieren alleen van belang om zoveel mogelijk nakomelingen van zichzelf op de wereld te brengen. Hierdoor zullen vooral de sterkere mannetjes verantwoordelijk zijn voor het nageslacht, de zwakkere mannetjes komen niet aan bod. En dit heeft weer positieve effecten op de soort, sterke mannetjes zullen namelijk ook sterke nakomelingen voortbrengen.

Het mannetje en het vrouwtje van libellen vormen tijdens de paring een zogenaamd paringswiel dat de vorm van een hartje heeft. Het is leuk om te weten dat daar ons symbool voor de liefde vandaan komt. In het verleden waren libellen namelijk verbonden met de godin van de liefde, Freya geheten. Via deze verbintenis is ons hartje ontstaan.

De eieren van libellen worden afgezet op plantedelen in het water, of gewoon in het water gestrooid. De Houtpantserjuffer is een uitzondering. Deze soort zaagt gaatjes in overhangende wilgentakken waarin een eitje wordt afgezet. Na verloop van tijd komt de larve uit, die vrijwel meteen op zoek gaat naar voedsel. Evenals bij vlinders is het larvestadium het groeistadium. De larven leven uitsluitend in water, maar een paar soorten kunnen het tijdelijk opdrogen van een plas overleven. In tegenstelling tot bij vlinders ontwikkelen de vleugels zich al tijdens de laatste larvestadia. Ook libellenlarven hebben te kampen met te krappe huidjes en vervellen diverse keren, ongeveer zeven tot twaalf keer in hun leven. Als de larve groot genoeg is, kruipt hij uit het water. Afhankelijk van de soort kan het larvestadium bijna een jaar tot wel vijf jaar duren.

Het uitkomen van de larve

Als een larve gaat uitkomen, kiest hij daar meestal een zonnige dag voor. Daarom kan het voorkomen dat op een warme dag ineens enorm veel libellen uitsluipen. De larve gaat op zoek naar een stevige plantenstengel, maar een aantal soorten verkiest ook grindstrandjes of klimmen zelfs hoog in bomen. De larve drukt zichzelf uit de laatste larvehuid en begint met het oppompen van de vleugels. Hierbij wordt vloeistof de vleugels ingeperst om het geheel meer stevigheid te geven. Vervolgens laat hij zich goed opdrogen en is klaar om weg te vliegen. Het pompen en drogen duurt bij de meeste libellen ongeveer drie uur. Nog zeker een paar dagen is het goed aan een libel te zien of het een jong exemplaar is: de kleuren zijn nog niet zo mooi, en de vleugels glinsteren nog van nieuwigheid.

          


naar boven