De voortplantingstijd
Vlak na de winterslaap gaan kikkers, padden en salamanders aan de voortplanting denken. Massaal trekken de dieren naar de voortplantingsplaatsen, waarbij regelmatig wegen moeten worden overgestoken. Dit is ook de reden waarom zoveel amfibieën jaarlijks de dood onder een autoband vinden.
Kikkers en padden paren, waarbij het mannetje boven op het vrouwtje zit en haar stevig omklemt. Andere mannetjes die toenaderingspogingen ondernemen worden door het zittende mannetje verjaagd door ernaar te schoppen. Het mannetje bevrucht het vrouwtje, waarna de eieren worden gelegd. Bij gebrek aan vrouwtjes omklemmen de kikkers weleens een goudvis, die als dank hiervoor het loodje legt. De omhelzing van de kikker is zo stevig dat de zwemblaas van de vis knapt. Het vrouwtje maakt daarna duidelijk dat het mannetje wat haar betreft mag ophoepelen; zijn taak zit erop.
De mannetjes van salamanders zullen een vrouwtje echt moeten versieren. In de voortplantingstijd hebben de mannetjes een fraai gekleurde kam op het lichaam staan. Tijdens de balts worden daarmee de vrouwtjes verleid tot een paring. Is het vrouwtje daartoe bereid, dan vindt de paring snel plaats en worden de eieren afgezet.